Alezander van Gouwen zag in een stuk in de Belgische krant De Morgen een fraai voorbeeld van wat hij een tijdje terug behandelde.
Thomas Detombe’s pleidooi voor dierenrechten c.q. vegetarisme in de Belgische krant De Morgen illustreert mooi wat ik al schreef over de typisch linkse argumentatie. Bovendien plaatst hij dierenrechten tegenover de vrijheid van godsdienst hetgeen me tot het navolgende weerwoord verleidde.
Thomas wil – in tegenstelling tot rechts – in beginsel geen onderscheid maken tussen dieren: alle dieren zijn “welzijnsgevoelig”, ongeacht hun knuffelbaarheid. Maar zoals ook al in de reacties er onder werd aangevoerd zal de mens zichzelf vernietigen als we die lijn, waarin we alles gelijkmaken, consequent voortzetten. Immers, niet alleen mogen we van Detombe dan bijvoorbeeld geen mug meer doodslaan en moeten we kapjes gaan dragen om te voorkomen dat we per ongeluk insecten binnenkrijgen en doorslikken (en dus doden), maar dan zouden we ook geen planten meer mogen doden of eten. En moeten we dan ook niet alle bacteriën (en wellicht zelfs virussen) respecteren, dus alle antibiotica weggooien?
Weliswaar gaat Detombe niet zo ver en stelt hij daarom nog wel het hedonistisch demarcatiecriterium van pijn en plezier kunnen beleven, maar dat is een willekeurige en in die zin een ‘rechtse’ dwaaldemarcatie als je maar abstract genoeg denkt: een plant is net zo’n volwaardige en vaak ook gecompliceerde levensvorm als een dier (biologisch gezien) dus waarom moeten we dan ook niet hetzelfde respect voor planten tonen als voor dieren?
In feite hanteert Thomas een inconsistent want antropocentrisch argument om toch zijn demarcatie aan te brengen: omdat wij mensen genot nastreven wordt dat verheven tot universele norm voor al het leven (waarbij overigens bijvoorbeeld Kant en Nietzsche zich fel keerden tegen die hedonistische observatie: de mens zou uiteindelijk helemaal geen genot c.q. minimale pijn nastreven!). Daarbij komt nog dat genot biologisch slechts een prikkel is dat we veilig en sterk zijn terwijl pijn ons de boodschap geeft dat we in gevaar zijn. Dat maakt het erg inconsistent om de universele drang naar zelfbehoud – zoals zich dat uit in genot of pijn – als norm te stellen waarmee we dan vervolgens ons eigen zelfbehoud dus ons eigen genot moeten negeren!
Overigens, Thomas zal een demarcatie ‘noodzakelijk’ achten – desnoods een willekeurige – omdat ook hij weet dat we niet kunnen overleven als we ook geen planten meer zouden mogen eten. Maar ook dat is weer inconsistent: als wij mensen moeten overleven, desnoods door andere levensvormen op te eten en dus te doden, dan is de mens dus toch ook voor Thomas de belangrijkste diersoort en hebben andere levensvormen dus niet automatisch dezelfde rechten als de mens. Maar wat bepaalt dan dat andere levensvormen überhaupt rechten hebben? Thomas eindigt met de nuance dat we een afweging tussen ons genot en het belang van het dier moeten maken, maar precies omdat de mens (voor ons) belangrijker is dan het dier – waar ook Thomas zich bij lijkt aan te sluiten – is de uitkomst van die afweging helemaal niet evident in het voordeel van het dier.
De natuur is dan ook niet volgens een ‘abstracte’ moraal ingericht: de natuur is ‘wreed’ en elk organisme is vanuit zijn drang tot zelfbehoud egoïstisch. Dat is de evolutionaire reden dat wij zonder wroeging een mug doodslaan, groenten eten en een varken slachten. De moraal is daarentegen min of meer tegennatuurlijk: bij Kant moeten alle redelijke wezens worden gerespecteerd (zodat als de engelen niet bestaan alleen de mens volledig respect toekomt), bij de utilitaristen die streven naar maximaal genot in het universum mag geen onnodig leed worden toegebracht aan organismen die kunnen lijden en met name in India vindt men levensbeschouwingen waarin men echt alle dieren wenst te respecteren zodat men er daadwerkelijk geen mug doodslaat en mondkapjes draagt om niet per ongeluk een insect door te slikken.
Nu zijn met name de oosterse religies ook eerlijk in hun nihilisme of ‘levenshaat’: het is in het boeddhisme ook de bedoeling om de levenswil – dat natuurlijke egoïsme waarmee alles en iedereen is behept – te ‘versterven’ door middel van ascese. Alhoewel het christendom de mens als kroon van de schepping op een voetstuk plaatst, wil ook het christendom het natuurlijke egoïsme overwinnen door middel van de moraal met de ‘beloning’ daarvoor in het hiernamaals. Wat Thomas in feite eist van alle mensen is dat zij boeddhist of christen worden en zelfs de plicht het natuurlijke egoïsme te overwinnen ook als men niet in het hiernamaals gelooft om uit dat geloof kracht te kunnen putten.
Het is dan ook zonneklaar dat wat Thomas wil niet gaat werken anders dan bij een zeer wrede dictatuur die de mensen Thomas’ gewenste ‘nihilistische’ ascese oplegt. Niet voor niets vonden mensen als Thomas duizenden jaren geleden religies uit inclusief een heel godenrijk, een boze God, reïncarnatie, een hiernamaals en andere metafysica omdat je anders mensen niet kunt motiveren afstand te doen van hun natuurlijk egoïsme – waarmee men zich belangrijker acht dan de ander c.q. andere levensvormen – om zo zelfs het leven van de mug te leren respecteren.
Uiteraard staat het Thomas vrij om nu zonder de hele religieus-metafysische santekraam maar daarvoor in de plaats met wetenschappelijke en filosofische argumenten de mensheid te overtuigen om te leven zoals de boeddhisten of hindoes leven. Ik wens hem veel succes want het is geen gemakkelijke opgave: dat wij uiteindelijk alle mensen – ongeacht ras of nabijheid – zijn gaan respecteren is natuurlijk niet vanwege een of andere filosofische argumentatie (we zijn niet tegen de Holocaust omdat we Kant hebben gelezen) maar omdat we onszelf in de andere mens zijn gaan herkennen.
In die zin is de hele mensheid op stoïcijnse wijze onze eigen familie geworden om wie we – van nature! – geven. Maar ook de stoïcijnen gingen niet verder dan een ethiek gebaseerd op de universele rede, dus op de mensheid. Op dit moment zijn dierenrechten nog controversieel – zeker als het gaat om die mug – en toont Thomas zich een dwingeland door ze toch op te willen leggen aan anderen. Thomas gaat dan ook te ver als hij wetten wil om zijn eigen ascetische ethiek dwingend aan iedereen op te leggen (zelfs de religiestichters waren niet zulke dwingelanden en lieten het tenminste nog aan God over om zondigen te straffen): tegenover de dierenrechten verdient ook de godsdienstvrijheid een plaats en godsdienstvrijheid betekent ook dat je het (religieuze) respect voor alles wat leeft mag afwijzen.
Bron: https://verenoflood.nu/linkse-dierenrechten-en-relevantie-2/