De politici en het politiek systeem vergroten het wantrouwen tussen burger en politiek. Wederzijds. Politici zijn bang van de burger en van rechtstreekse inspraak. De burger voelt zich niet gehoord en erkend. ‘Democratische vernieuwing’ gaat niet verder dan wat progressieve leukigheidjes. Ook de regering-De Croo gaat die weg op.
Het verdiende volk
Heeft het volk de politici die het verdient? Het heeft de politici die het heeft verkozen. Beter gezegd, die het van de partijtoppers mocht verkiezen. Want wie in het parlement zit, dat is in de eerste plaats de keuze van de partijtop. Zowel het kiessysteem als de wet op de verkiezingsuitgaven versterkt de greep van de partijtop op verkiezingen.
Maar hebben de politici het volk dat ze verdienen? Dat blijkt een moeilijkere vraag. Je hebt minstens de indruk dat sommige politici liever een ander volk zouden kiezen. De makkelijkste keuze daar is het Europese Volk. Dat leunt meestal dichter aan bij hun ambities en ze staan er nog verder boven.
Democratische vernieuwing
Je kan je niet van de indruk ontdoen dat politici vaak ontevreden zijn met hun volk. Meestal komt dat samen met grote woorden over ‘democratische vernieuwing’. In progressieve kringen hoor je dan over ‘nieuwe participatievormen’ en ‘rechtstreeks participatie van burgers’. Welke burgers? Zij die mondig genoeg zijn en daarvoor kiezen, of in het beste geval geloot worden. Ze vertegenwoordigen enkel zichzelf. Ze zijn vaak een schaamlapje voor de kloof tussen de burger en de politiek.
Ook het Vivaldiakkoord heeft wat vage beloften over democratische vernieuwing. In de regering, met zeven vice-premiers en dus zeven vice-kabinetten, was geen plaats voor politieke vernieuwing. Wat er van de mooie plannen in het regeerakkoord zal komen is zeer de vraag. Het hoofdstuk politieke vernieuwing is aan geen enkele minister toegewezen.
Belgenmop
Al staat er wel wat in het regeerakkoord. De wet op burgerinitiatief zal toegepast worden. Je kan dan als burger komen spreken in een bevoegde Kamercommissie. Verder worden gemengde ‘burgerkabinetten’ met politici en burgers in het vooruitzicht gesteld. Met een adviserende functie. Er komt ook een campagne om mensen aan te zetten om deel te nemen aan de verplichte stemming. Dat moet dé Belgenmop uit het regeerakkoord zijn.
Maar er staan ook minder grappige passages in het regeerakkoord. ‘De regering versterkt de maatregelen ter bestrijding van desinformatie en van de verspreiding van fake news, die een echte bedreiging vormen voor de democratie.’ Bij dergelijke zinnen van politici moeten bij democraten alle alarmbellen afgaan.
Fake news
De eerste vraag is of dat probleem in België wel bestaat. En ten tweede dat het zo groot is dat de regering moet optreden. Laat me even citeren uit het jaarlijks rapport van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM uit 2019, het recentste). ‘Op een studiedag van de Koninklijke Vlaamse Academie van België (KVAB) getuigde hoogleraar Peter Van Aelst (UAntwerpen) dat fake news weinig voorkomt in Vlaanderen. Zo ging in 2019 op sociale media nog het gerucht rond dat enkele tv-schermgezichten geld verdienden met de verkoop van schoonheidsproducten. Een verkooptruc, zo bleek. Maar al bij al valt het in onze contreien best mee.’ (p. 85)
Niets dat niet door bestaande wetten kan geregeld worden. Wat zal de overheid dan precies doen? Hoe wil de uitvoerende macht wat gepubliceerd wordt in regels gieten? Dat lijkt eerder op een terugkeer naar het ancien regime dan op democratische vernieuwing.
Lijstjes
Ook de kieswet de nieuwe regering aanpakken, ook ‘de kiesomschrijvingen’. Maar krijgen we dan grotere of kleinere kiesarrondissementen? Wat in het regeerakkoord staat is een lijst van wat aangepakt moet worden. Geen lijst van wat er zal gebeuren. Zal deze regering de macht van de partijtop over de politiek in dit land verkleinen? Dat gelooft niemand. Tenzij enkele Groenen die hun hoop laten primeren over hun gezond verstand. Iets wat politici misschien vaker zouden moeten doen.
In het regeerakkoord staan de grote principes van de toekomstige vernieuwing. In zinnen die duidelijk een compromis zijn. Want er staat alles en niets in. ‘Een grotere betrokkenheid van de burgers in het besluitvormingsproces, met respect voor de beginselen van onze representatieve democratie.’ Dat lijkt een open deur intrappen.
Een referendum
We hebben het voor u even opgezocht. Het woord referendum staat niet in het paarsgroene regeerakkoord. Nochtans staat dat garant voor ‘een grotere betrokkenheid van de burgers in het besluitvormingsproces, met respect voor de beginselen van onze representatieve democratie.’
Een referendum, dat gaat de beroepspolitici te ver. Ze huiveren bij het idee van rechtstreekse inspraak van de burgers in hun eigen democratie. Hun argumentatie komt altijd op hetzelfde neer: het volk is te dom. Hetzelfde geldt voor de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester, of de premier. Zoveel democratie kunnen de volksvertegenwoordigers en de partijbonzen niet aan. En stel u voor dat dat een Vlaams Belanger of PVDA’er is…
Rechtstreekse inspraak van de burger door verkiezingen tast de vrijheid van politici aan. Zo ver moet de democratie volgens hen nu ook weer niet gaan. Om de vijf jaar hen verkiezen. Verder zwijgen, tenzij u mondig genoeg bent om vrijwillig uitgeloot te worden in een burgerpanel dat advies mag geven. En ze noemen dat democratische vooruitgang.
Vertrouwen
Hoe kan de burger nog vertrouwen hebben in de politici als die politici neerkijken op de burger? Als ze de burgers zelf niet vertrouwen, niet capabel achten om beslissingen te nemen. De brexit, hoor ik als argument. Is het niet net de hautaine houding van de betweterige politici die de kiezer heeft opgejaagd? Die uitslag zou ons tot nadenken moeten stemmen. Wat loopt er fout? Het probleem lijkt dat de politieke kaste niet tot bijzonder veel zelfreflectie in staat is. Hen treft nooit schuld, die ligt bij het volk.
De essentie van de democratie is dat de keuze van het volk wordt gerespecteerd. Dat is in België niet echt zo. Wat de uitslag van de verkiezingen ook is, het beleid blijft hetzelfde. Het enige waartoe het nog in staat is: aanmodderen. Zo vergroot de kloof tussen burger en politiek. Daar zal geen enkele leuke maatregel van ‘democratische vernieuwing’ ook maar iets aan veranderen.
Auteur: Pieter Bauwens
Link: https://doorbraak.be/politici-zijn-bang-van-hun-domme-volk/?