We hebben politici nodig die burgers uitdagen in plaats van hen te gebruiken als publiek van een saai spelletje

Julie Cafmeyer is columnist.

Bekentenis: ik heb mijn interesse in de politiek verloren. De politiek lijkt een spel dat boven mijn hoofd wordt gespeeld door een mannenclub waarmee ik weinig verwantschap voel. Ik heb natuurlijk niets tegen mannenclubs, iedereen mag zich verenigen hoe zij of hij dat wil, het probleem is wel dat de wereld nog steeds geregeerd wordt door die mannenclubs. Een wereld die ook van mij is en van vele anderen die zich niet gerepresenteerd voelen.
Mijn desinteresse in mannenclubs reikt verder dan de politiek. Als ik door de krant of een magazine blader en ik zie op drie opeenvolgende pagina’s alleen maar mannen aan het woord, sla ik automatisch het magazine of de krant dicht. Hetzelfde met televisie, als ik langer dan drie minuten alleen maar mannen zie, zap ik weg. Dat doe ik niet uit principe. Meer uit een reflex, noem het zelfbescherming. Ik wil niet meer kijken naar beelden die mij doen geloven dat al wie niet mannelijk is, geen recht heeft om deze wereld mee vorm te geven. Het gaat natuurlijk niet alleen om te weinig vrouwen, het gaat ook om een tekort aan mensen van kleur, gays en transgenders. Hoe zouden zij de wereld leiden?
Niet dat ik iets tegen mannen heb. Het gaat niet om die mannen. Ik merk dat als er meer diverse stemmen opstaan, ik de politiek wél interessant vind. Dan beweegt er iets. Ik zou met andere woorden nooit het interview met Karel De Gucht hebben gelezen (Humo) als het opiniestuk van Zelfa Madhloum (lid van Open Vld en bestuurslid van Jong Vld) niet was verschenen (DM 11/2).
Hoe bevrijdend dat een jonge politica opstaat en stelt dat politiek niet om macht, eer en glorie hoeft te draaien, dat migratie geen probleem hoeft te zijn, maar een verrijking, dat politiek de burger dient en niet het ego van de politicus. Iemand die opstaat met maatschappelijke idealen. Iemand die prikkelt, schopt, stimuleert.
Al te vaak doen mannen in de mannenclubs alsof alles nu eenmaal is wat het is. Politiek gaat om een soap vol karaktermoorden, imago’s, ego’s, spelletjes en elkaar tackelen. Het enige wat telt: je rechtop houden, de kiezer niet verliezen.
Karel De Gucht citeert François Mitterrand: ‘Opportunisme is de gemeenschappelijke karaktertrek van alle grote politici.’ Is dat zo? Hoeft dat zo te zijn?
Als de journalist De Gucht zegt dat Poetin hem een akelig man lijkt, reageert De Gucht: ‘Dat is net de uitdaging van die job. Onderhandelen is een boeiend spel.’
We hebben nieuwe citaten nodig. Citaten die inspireren. Ik vind akelige opportunisten namelijk totaal niet groots of boeiend.
Ondertussen is er weer een Twitter-ruzie aan de gang tussen Open Vld en N-VA. Moet ik dit echt volgen? We hebben meer politici nodig die burgers uitdagen in plaats van hen te gebruiken als publiek van een saai spelletje. Danku Zelfa!