Wat kunnen we doen tegen islamitische terreur?

Maatregelen die tot nu toe genomen zijn liggen vooral in de sfeer van meer controle, identificatieplicht, meer inzet van politie en militairen of het uitroepen van de noodtoestand. De vrijheid van burgers wordt steeds meer ingeperkt en zo tasten terroristen het Westerse klimaat van vrijheid en tolerantie aan. Dit is dus een doodlopende weg, want alleen de terreurdaden in 2016 al, zoals in Nice, laten zien dat aanslagen nooit te voorkomen zijn. Alleen als men systematisch altijd en overal elk individu fouilleert, elke koffer, elke auto, elk huis, elk vliegveld, elke trein enzovoort controleert, dan zou men misschien een aanslag kunnen voorkomen, maar dan zou elk land in Europa moeten veranderen in een politiestaat met een uitgebreid spionage- en inlichtingen netwerk, en zoiets is niet te regelen, want de burgers zouden zich hiertegen verzetten omdat het middel erger is dan de kwaal.
Westers karakter
Bovendien zijn deze maatregelen onbetaalbaar en is de menskracht hiervoor niet voorhanden. En ook dan nog zijn aanslagen mogelijk, denk slechts aan de aanval op de Twin Towers in New York in 2001. Kortom, aanslagen zijn nooit te voorkomen; tot op zekere hoogte kunnen en mogen regeringen maatregelen nemen, maar het Westers karakter van vrijheid en tolerantie moet in Europa duidelijk herkenbaar blijven, en vooral: als men mensen uit een functie ontzet, aanklaagt of arresteert dan moet een rechtvaardig proces aantonen dat die actie terecht was.
Wat nu door Erdoğan en zijn partijgenoten in Turkije gebeurt, tast het democratisch karakter van een staat ontoelaatbaar aan. Vroeger was ik altijd voorstander van de toetreding van Turkije tot Europa, maar de maatregelen die Erdoğan de laatste jaren nam, zoals het arresteren en muilkorven van de vrije pers, waren op zich al ontoelaatbaar. Wat nu gebeurt is vele malen erger: rechters, onderwijzers en leerkrachten, soldaten, journalisten, tienduizenden zijn gearresteerd alleen maar op verdenking tot de beweging van Gülen te horen – en wat dan nog! Om het vluchtelingenverdrag met Turkije niet in gevaar te brengen, zwijgt de Europese Unie grotendeels; doch het zou een schandaal zijn als men Turkse burgers in deze omstandigheden visum-vrij zou laten reizen in Europa, immers zij steunen massaal Erdogan, in Istanbul of Amsterdam.
Ontgiften
De vraag van dit artikel is wat we kunnen doen tegen islamitisch terrorisme. Het antwoord is tweeërlei: ontgiften en hoop geven. Ontgiften, door te begrijpen dat het Westen zelf veel bloed aan de handen heeft en in de afgelopen eeuwen in moslim landen veel kwaad bloed heeft gezet. Westerse koloniale machten hebben eeuwenlang bijna alle islamitische landen bezet, op Afghanistan, Iran, Jemen, Turkije en Saoedi-Arabië na, en hebben daarbij moslims maar al te zeer geïntimideerd en vernederd. De opkomst van islamitisch fundamentalisme, of islamisme zo men wil, kan mijns inziens niet los gezien worden van deze eeuwenlange koloniale overheersing. Dat is echter geen rechtvaardiging voor militante uitwassen van het fundamentalisme; de voorstelling van zaken dat binnen de islam daarop geen kritiek zou bestaan doet geen recht aan de feiten: er zijn toonaangevende moslims genoeg die categorisch elke vorm van geweld veroordelen (zie voor voorbeelden het artikel Geven moslims geen tegengas? Echt wel! op mijn website jaapkraan.eu). Ontgiften, door toe te geven hoe halfslachtig de Westerse houding is in veel gevallen: Saoedi-Arabië wordt als bondgenoot gezien, terwijl in dat land mensenrechten met voeten getreden worden; Israël wordt gesteund, zelfs als hun kolonisten het zoveelste stuk grond van Palestijnen inpikken, en zo zijn er tientallen voorbeelden. Ontgiften, door toe te geven dat het Westerse optreden in Irak en elders meer problemen creëerde dan oploste en voor het gevoel van moslims de zoveelste kruistochten ondernomen werden. Ontgiften, door niet alle moslims over één kam te scheren, en samen te werken met de miljoenen moslims die slechts de vrede zoeken. Ontgiften, door haatzaaiers als Wilders aan te pakken. Ontgiften, door wereldwijd armoede te bestrijden, ongunstige handelscondities voor arme landen te verbeteren. Ontgiften door uitwassen van het kapitalisme aan te pakken, door eerlijk te delen en ongeremde consumptie te bestrijden.
Wie het boek Dit kan niet waar zijn van Joris Luyendijk leest over de City van Londen, met al zijn banken en financiële instituten, schrikt. Het is een ongelooflijk boek dat begint met het beeld van een vliegtuig dat in problemen verkeert maar dat niet bestuurd blijkt te worden door een piloot. De lege cockpit verwijst naar de wereldeconomie, waar mondiale banken zoveel macht hebben, maar er is geen wereldregering is die hen kan aanpakken. Luyendijk laat zien dat de bankbazen zelf hun eigen ingewikkelde financiële producten niet meer begrijpen; hij laat zien dat hebzucht regeert, en werkdolheid: mensen die meer dan zes dagen werken en een halve dag vrij vragen om een familielid te begraven, krijgen nul op het request: er moet toch gewerkt worden, dag en nacht! Dit soort banken veroorzaakt(e) wereldwijde crises, waarbij arme landen en armen in het Westen de rekening gepresenteerd krijgen. Al die zaken werken door in de dialoog tussen moslims en christenen: niet voor niets zoeken vele moslims al jaren naar een vorm van islamitisch socialisme.
Nieuwe hoop geven
Naast ontgiften kunnen we in de strijd tegen islamitisch terrorisme nieuwe hoop geven. In een interview in het dagblad Trouw (katern Zomertijd, 6 augustus 2016) zegt Bernard Stiegler: “Veertig procent van de Franse fundamentalisten was aanvankelijk geen moslim. Ze zijn het pas nadien geworden. Wat de opkomst van het fundamentalisme vooral aantoont, is dat de jeugd niet zonder idealen kan. IS heeft goed begrepen dat in de Europese voorsteden hondderduizenden jongeren in wanhopige omstandigheden zitten te wachten op iemand die hun een ideaal geeft, hoe moorddadig dit ook moge zijn”.
Ik denk dat Stiegler gelijk heeft: zonder opleiding, zonder werk, zonder perspectief, zonder gelijke behandeling, zonder uitzicht op verandering wordt een voedingsbodem gecreëerd voor misdaad en geweld. Discriminatie, racisme, haat tegen moslims, vaker aangehouden worden door de politie, het zijn allemaal factoren die er toe bijdragen dat de uitzichtloosheid ondraaglijk wordt. Hoop geven houdt dus in: in gesprek gaan met mensen, scholing aanbieden en werk, gelijke behandeling toepassen en perspectief geven. Dat gaat inzet kosten en geld. Maar misschien wel minder geld dan alle maatregelen tegen terrorisme nu kosten. Bovendien zal er minder vernield worden, minder misdaad zijn en meer vertrouwen groeien in de medemens; alleen dat al is onbetaalbaar!
Hoop kan ook gegeven worden door tolerantie te bevorderen. Tolerantie vertonen is een teken van kracht, niet van zwakheid. Zoveel islamitische vluchtelingen zijn in het Westen gekomen omdat ze ondervonden hebben dat in hun land geen tolerantie was, noch acceptatie of respect. Tolerantie wordt gevoed door aandacht voor minderheden, door waardering voor de unieke bijdragen van kleinere groepen. Begin 2016 kwamen tal van moslimleiders bijeen in Marokko om te spreken over tolerantie en om een gezamenlijke verklaring op te stellen tegen vervolging van religieuze minderheden.
Identiteit
Hoop wordt gegeven door je te verdiepen in de ander, de ander te kennen in zijn of haar identiteit. Identiteit is, net als religie, een dynamisch begrip en een meerduidig concept. In zijn boek Identity and Violence geeft Amartya Sen aan dat mensen een complexe identiteit hebben. Een Nederlander kan in Indonesië geboren zijn, Aziatische voorouders hebben, vrouw, liberaal, muzikaal, onderwijzeres en lesbisch zijn, van theater en jazz houden, milieuactiviste zijn, interesse hebben voor buitenaardse wezens, dol zijn op spelletjes, schaakgrootmeester zijn en een BA hebben voor geschiedenis. De lijst kan nog heel wat langer gemaakt worden, maar het punt is duidelijk: hoe zullen we de identiteit van deze vrouw kunnen vangen in één woord?
Identiteit is een meervoudig begrip, liever: identiteit heeft verschillende lagen. Hoe zou men die kunnen verengen tot alleen maar bijvoorbeeld Tutsi of islamitisch fundamentalist? Dat is, volgens Sen, een gevaarlijke illusie, die te vaak uitmondt in grote gewelddaden of zelfs volkerenmoord. Afhankelijk van de context waarin men optreedt zal iemand steeds moeten kiezen welke van de vele identiteiten, die men heeft, op een bepaald moment naar voren moet treden. Een Franse taalexpert die vegetariër is bijvoorbeeld, zal bij een diner vragen om vegetarisch eten en niet om een Franse ober. Het beroemde boek van Huntington over de “clash of civilizations” veronderstelt dat mensen zichzelf uitsluitend zien als behorend tot een bepaalde groep die noodzakelijkerwijze met een andere groep moet botsen. Botsingen zijn dus te voorkomen als men zich meer in elkaar verdiept en verplaatst.
Hoop krijgen we als overheden de uitwassen van extremistische religies aanpakken; aan de besnijdenis van jongetjes mogen regels gesteld worden, willen we voorkomen dat kinderen doodbloeden omdat ondeskundige kappers hun gang kunnen gaan. Hoop krijgen we door eisen aan culturen te stellen; culturen zijn immers niet gelijkwaardig: ik verkies geen cultuur van koppensnellers boven de Westerse. Hoop krijgen we omdat de grote jihadgeleerden zich niet scharen achter IS en omdat het kalifaat van IS als on-islamitisch wordt gezien door de overgrote meerderheid van de moslims. Hoop krijgen we door kennis te verspreiden en onderwijs te geven, vooral aan vrouwen en kinderen. Waar onderwijs toeneemt, neemt terreur af; waar analfabetisme bestreden wordt, worden de brallende redevoeringen van corrupte leiders doorzien. En waar corruptie wordt aangepakt, groeit de hoop op een betere wereld.
auteur: Jaap Kraan