Het had zijn gloriemoment moeten worden: vicepremier in ‘de groenste regering ooit’. Tien jaar lang had Kristof Calvo (34) zich warmgelopen op het tarmac van het parlement, als onderhandelaar had hij de nieuwe regering mee gelanceerd, maar vlak voor het opstijgen meldde zijn partij dat er geen plaats voor hem was in de cockpit. Nu zet Calvo een stap terug als fractieleider van Groen om als ‘gewoon’ Kamerlid te kunnen herbronnen bij GroenLinks in Nederland. Maar voor hij onderduikt, eerst nog een laatste interview.
Eén van dé pleitbezorgers van een sterker parlement beslist om zijn goed betaalde functie te combineren met een nevenjob. Is dat niet een tikje ironisch?
“Ik begrijp de kritiek, maar ik heb er lang over nagedacht. Vorige zomer, toen we met Groen nog in de oppositie leken te belanden, zijn we met een groep ver trouwelingen naar de Franse Opaalkust getrokken. Tijdens de strandwandelingen met onder meer Tinne (Van der Straeten, federaal minister van Energie, red.) rijpte het idee om na zeven jaar als fractieleider van Groen het stokje door te geven en weer gewoon Kamerlid te worden. Ik had zin om meer op de inhoud te werken en over het muurtje te kijken.”
U werd geen schepen in Mechelen omdat u altijd tegen de cumul was. Is parlementslid dan toch geen voltijdse job?
“Jawel, maar ik wil méér dan een voltijdse job doen. Onderschat de workload van een fractievoorzitter niet: je loopt constant van de ene vergadering naar de andere. Die tijd kun je niet besteden aan parlementair werk. Ik ga het nu niet rustiger aan doen, ik wil aan de boom schudden als volksvertegenwoordiger, ook al maak ik het mezelf niet makkelijker: ons systeem is sterk gebaseerd op de macht van partijvoorzitters, vicepremiers en fractievoorzitters. Die macht sta ik nu af, in ruil voor meer zuurstof en vrijheid.”
“Als fractievoorzitter word je te veel opgeslorpt door de dagjespolitiek. Je staat op met de kranten en de relletjes: ‘Francken heeft x getweet, Rousseau heeft y verklaard, hoe reageren we daarop? Er is onenigheid binnen de coalitie, hoe gaan we daar mee om?’ Elke dag opnieuw. Dat vreet tijd en energie en ik haalde daar steeds minder vol doening uit.”
Wordt u betaald in Nederland?
“Ze gaan mijn on kosten vergoeden: verblijf, verplaatsingen, misschien inhoudelijke projecten. Maar geld speelt geen rol voor mij. Ik besef dat ik bevoorrecht ben omdat ik zoiets kan zeggen, maar het is zo.”
Is uw herbronning ook een middelvinger naar uw eigen partij? U was diep teleurgesteld omdat u naast een ministerpost greep.
“Ik protesteer tegen de term ‘herbronning’, want ik heb nu ook geen gebrek aan energie en ideeën. Mijn keuze was al vóór die ministerverdeling gemaakt. In de zomer na de verkiezingen heb ik gepiekerd over mezelf als politicus, en over wat onze partij was overkomen tijdens de campagne. Maar ik ga niet flauw doen: als ik vicepremier of minister was geworden zou ik nu niet naar Nederland trekken. Groen is mijn familie: de manier waarop de zaken zijn gelopen, heeft me veel pijn gedaan. Vooral door de manier waarop ik het nieuws moest vernemen.”
Niet uw voorzitter Meyrem Almaci, maar Brussels minister Elke Van den Brandt bracht u het slechte nieuws, een halfuur voor de bekendmaking ervan.
“Da’s het verleden. Ik heb een moeilijk moment gehad, maar ik kon niet gewoon de handdoek in de ring gooien. Dat zou flauw geweest zijn. Het regeerakkoord draagt mijn stempel en Vivaldi is goed vertrokken, dus het harde werk heeft geloond.”
Hoe verwerkt Kristof Calvo zo’n klap?
“Ik ben een weekje gaan uitwaaien in De Panne. En het was hartverwarmend dat zoveel vrienden en familieleden spontaan aan boden om me te komen bezoeken. We hebben veel gepraat en lange wandelingen gemaakt. Tegelijk was het ook confronterend, omdat ik er de voorbije jaren minder voor hen ben geweest. Het deed me beseffen dat er ook een leven is naast de politiek.”
Hebt u aan stoppen gedacht?
“Heel even misschien. Maar ik lééf voor de politiek. Als ontspanning kijk ik naar debatten in de Tweede Kamer (het Nederlands parlement, red.), zoals ik vroeger naar gemeenteraden in andere steden keek. Maar het was wel tijd voor een andere invulling van mijn passie.”
Politiek commentator Jan Segers schreef in Het Laatste Nieuws een scherpe brief aan u. ‘Beste Kristof Calvo, er zijn mensen die de schouders ophaalden toen u naast uw promotie tot minister greep. Omdat ze zelf een dochter hebben die op datzelfde moment naast haar promotie tot afdelingsverantwoordelijke in de plaatselijke supermarkt greep. Voor haar maakte dat financieel een groter verschil dan voor u. En de dag erna ging ze gewoon weer aan de slag. Klein is de kans dat haar vraag om een jaartje uit te waaien in Nederland door haar baas zou worden goedgekeurd.’
“Nogmaals: ik besef dat ik geprivilegieerd ben. Maar ondanks de negatieve teneur bij sommige journalisten zie ik in mijn mailbox vooral positieve reacties. Dat was twee jaar geleden wel anders, na de val van de regering Michel over het Marrakechpact. Toen is de sfeer omgeslagen. Er trok een betoging door Brussel met twee koppen als symbolen: die van Charles Michel en die van mij. De sluizen gingen open en mijn mailbox werd een akelige plek. Voor het eerst kreeg ik het gevoel dat ik niet meer zorgeloos op stap kon gaan. Dat is nu toch anders.”
“Ik weet ook wel dat er nergens in de grondwet stond dat Kristof Calvo minister moest worden. Ik heb Tinne en Petra De Sutter (minister van Ambtenarenzaken, red.) vanaf dag één gefeliciteerd en geholpen achter de schermen. Zij zijn goede ministers. Ik heb ook altijd gezegd dat mijn problemen niet zo belangrijk waren, zeker niet in een periode waarin de ic bedden vol liggen. Er zit hier geen zak patatten, of een mens vol rancune. Misschien word ik in mijn nieuwe rol wel béter en gelukkiger dan als minister. Want ook een minister wordt vaak opgeslorpt door relletjes en dagjespolitiek.”
F*CK HET SYSTEEM
U wilt in Nederland ideeën opdoen voor onze democratie. Wat stoort u zoal?
“In België zit de macht en het geld bij de partijen. Hier zijn de partijvoorzitters de spil, in Nederland de fractie voorzitters. Het parlement staat er veel sterker. Elke partij beschikt er over een onafhankelijke denktank die nadenkt over de grote ideeën en verder kijkt dan de volgende verkiezingen. Bij GroenLinks ga ik bij zo’n studiedienst aan de slag, om te werken rond twee van mijn stokpaardjes: democratische vernieuwing en de verzorgingsstaat na corona. Ik mag ook meeschrijven aan een nieuwe beginselverklaring van GroenLinks. Een hele eer!”
Maar u hebt dus een probleem met de almacht van de partijvoorzitters?
“Ja, maar dat is niks persoonlijks tegen die mensen, het systéém is het probleem. Door de vele parlementen in ons land heb je in het partijhoofdkwartier iemand nodig die alles aanstuurt, maar daardoor hebben onze verkozenen wel weinig te zeggen. Ons systeem is voor een groot stuk theater: het wekt de indruk dat de partijvoorzitters supermannen en vrouwen zijn die alles weten over alles. Nonsens. Dat is doen alsof!”
In een Terzake-interview antwoordde sp.a-voorzitter Conner Rousseau op een vraag over de rol van Brussel in de staatshervorming dat hij ‘daar nog niet over had nagedacht’. Vindt u dat verfrissend?
(lacht) “Wel... Dat zou misschien toch tot de algemene kennis moeten behoren. Onze partijvoorzitters lijken almachtig, maar eigenlijk zijn ze net als elke politicus ook machteloos: ze hebben altijd collega’s en andere partijen nodig om iets gedaan te krijgen. Dat loopt moeizaam, omdat de particratie hen constant in de loopgraven duwt. Partijen zijn voort durend bezig om hun kleinste onderlinge verschillen uit te vergroten in een verstikkende concurrentiestrijd, in plaats van beleid en plannen op de lange termijn te maken. Zo krijg je de politiek van het eigen grote gelijk. Van de veto’s en de blokkeringen.”
In Nederland zijn de fractieleiders in het parlement de spilfiguren. Loopt het daar dan zo anders?
“Het is daar niet perfect, maar politieke leiders moeten er wel verkózen zijn en zich weren in de arena van het parlement, in plaats van alleen in de media en op Twitter commentaar te geven op het spektakel. Het lijkt soms alsof onze voorzitters panelleden zijn in de ‘Extra Time’ van de politiek. Ik ben het niet eens met de analyses over ‘een zwakke politieke generatie’ of ‘een gebrek aan talent’. De politieke malaise is niet de schuld van individuen, maar van de spelregels, die samen werking bemoeilijken.”
“Kijk naar de 50.000 euro die Sihame El Kaouakibi van Open Vld kreeg om campagne te voeren. Wat is het echte probleem daar? Dat geld een te grote rol speelt in onze politiek. Er wordt met geld gesméten tijdens campagnes. We moeten de uitgaven aan online advertenties plafonneren, want in combinatie met de algoritmes van sociale media zijn die de brandstof voor concurrentie en polarisatie.”
Moet de partijfinanciering ook niet dringend verlaagd worden?
“Ja. De grote partijen zijn vermogensbeheerders geworden. Dat kan niet de bedoeling zijn. Die rijkdom maakt het voor een kleine partij of onbekende politicus heel moeilijk om op eigen kracht binnen te raken in het systeem. Zo wordt elke vernieuwing geblokkeerd.”
Jean-Marie Dedecker klaagt aan dat de Vlaamse parlementsleden van de meerderheid zelfs geen wetsvoorstellen mogen indienen zonder akkoord van de regeringspartijen. ‘Hou dan de eer aan jezelf en zoek een job.’
“De jonge parlementsleden Orry Van de Wauwer (CD&V) en Maurits Vande Reyde (Open Vld) hebben die zwijgplicht aangekaart. Heel moedig. Ik voel in veel partijen de strijdvaardigheid om de politiek te veranderen vanuit het parlement.”
Het zou helpen mocht de regering-De Croo het parlement niet als een dweil beschouwen.
“De Belgische particratie is niet geboren met de eedaflegging van De Croo. Corona maakt de zaken natuurlijk niet makkelijker. Maar je moet ook de positieve dingen willen zien. Na het parlementaire debat over hun beleidsnota hebben Petra, Tinne en Vincent Van Quickenborne (minister van Justitie en Noordzee, red.) de beste voorstellen van de oppositie in hun beleid opgenomen. Dat noem ik fris se politiek!”
U had het net over de moeilijkheid om een nieuwe partij op te richten. Het gerucht gaat dat u dat de voorbije maanden hebt geprobeerd met Sihame El Kaouakibi.
“Nee. Ik ken Sihame al lang, van haar werk bij Let’s Go Urban. Wij hebben een goede verstandhouding, maar dat gerucht is een kwakkel.”
Ontslagnemende bestuurders van haar vzw Let’s Go Urban beschuldigen haar van financieel gefoefel.
“Het gerecht moet uit maken of dat klopt. Het principe dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen, is voor mij meer dan een oneliner. Het is akelig om te zien hoe zij nu al voor de bus wordt gegooid.”
“Ook de media spelen daar een kwalijke rol in. Sinds 2011 heb ik een enorme verschuiving gezien richting incidenten, dagjespolitiek en controversiële tweets. Als ik journalisten bel met een parlementair dossier, moet ik haast smeken voor wat ruimte in de krant, maar als ik ambras wil maken in mijn eigen partij, haal ik ongetwijfeld de voorpagina. Bij mijn persmededeling over GroenLinks stond onderaan het nummer van de woordvoerster in Nederland. Níémand heeft haar ook maar één vraag gesteld. Maar in mijn partij werd iedereen opgebeld, van hoog tot laag, op zoek naar lelijke zinnetjes.”
“Je merkt dat journalisten zitten te popelen om van de regering-De Croo een kibbelkabinet te maken. Wij hebben gezegd dat we op een andere manier aan politiek willen doen, en dus móét het tegendeel bewezen worden. Uiteraard zullen we fel debatteren over de fiscale hervorming, maar hopelijk kan dat met respect voor elkaars mening en kwetsbaarheid. De mantra van Jacinda Ardern, de premier van Nieuw-Zeeland, is: be kind, be strong. Dat wil ik voortaan elke dag waarmaken.”
Veel succes met een pitbull als MR-voorzitter George-Louis Bouchez.
“We moeten opletten met karikaturen. Als je Bouchez in Vlaanderen aanvalt, krijg je applaus. Dat heeft Conner Rousseau heel goed gezien. Maar ik hou niet van eenheidsdenken. Bouchez is een supertalent: zeer snel, zeer handig. Maar om een blijver te worden, kun je als politicus niet alleen teren op je verbale snelheid. Je moet ook investeren in ideeën, traagheid en fond.”
“Guy Verhofstadt en Bart De Wever zijn voor mij de twee grootste politici van de voorbije 25 jaar: door hun overschot aan talent, maar ook omdat ze investeerden in analyseren, lezen, schrijven en organiseren. Steve Stevaert was ook geniaal. Zijn gratisverhaal was een geweldig links idee, maar hij heeft dat nooit verder onderbouwd. En toen de tegenwind opstak, was hij weg. Datzelfde probleem speelde ons parten in de campagne van 2019: onze ideeën waren niet robuust genoeg, onze organisatie niet sterk genoeg.”
ROOD-GROENE TSUNAMI
In de laatste rechte lijn van die campagne liep het mis. U kreeg in De afspraak op vrijdag het groene voorstel om de bedrijfswagens aan te pakken niet meer uitgelegd.
“Onze twijfel en onduidelijkheid vielen nog al op, ja. (glimlacht) Die halve minuut kreeg heel veel aandacht. Maar uit postelectoraal onderzoek bleek dat de bedrijfswagens géén factor waren in ons resultaat.”
Wat dan wel?
“Geld speelde een cruciale rol. Wij hadden als gedoodverfde winnaar de campagne aangevat. Maar zodra de anderen zagen dat we fors zouden groeien, kwamen de anticampagnes van de N-VA. Er is veel meer geld uitgegeven om ons tegen te werken dan wij zelf konden spenderen. Ik kon geen krant openslaan of ik zag grote artikels over ‘de rood-groene tsunami met Calvo als premier’. Dat was blijkbaar de ultieme horrorfilm. De echte tsunami was die N-VA-propaganda.”
“Vorige zomer zat ik in het N-VA-hoofdkwartier bij Bart De Wever. De PS en de N-VA hadden een akkoord en de liberalen deden moeilijk. Dus werd volksvijand nummer één uitgenodigd: bibi. Toen de ecofiscaliteit ter sprake kwam, zei ik tegen De Wever: ‘Ik wil géén rood-groene tsunami, hè, daar verzet ik me tegen!’ Goed gelachen. Dat was eigenlijk een heel aangenaam gesprek. Ik ben benieuwd welke richting de N-VA de komende jaren zal uitgaan, nu De Wever de deur voor Vlaams Belang heeft dichtgeslagen. Ik heb in die onderhandelingen gezien wat voor een straffe politicus hij is, net als Alexander De Croo en Gwendolyn Rutten trouwens. Na het nieuws dat ik geen minister zou worden, was De Wever een van de eersten die me een bericht stuur de om zijn medeleven te betuigen. Ik heb hem doen beloven om nóóit meer aan te kondigen dat ik één of andere functie zou krijgen, want dat brengt ongeluk.” (lacht)
Vond u het een compliment dat hij in die campagne overal waarschuwde voor ‘premier Calvo’?
“Even was dat plezant, maar als die machine over je heen blijft denderen, is de fun er snel af.”
In de VRT-documentaire BDW zegt De Wever dat elke toppoliticus per definitie een narcist moet zijn.
(lacht) “Dat is overdreven, maar je hebt toch een zekere assertiviteit nodig, en een drang om op het podium te staan. De vraag is: is dat een doel op zich, of een middel om je ideeën te verspreiden? Soms helt die balans over naar de foute kant. Daarom is het goed om af en toe ‘gewoon’ volksvertegenwoordiger te worden, als les in bescheidenheid.”
Is het verslavend om steeds gevraagd te worden om over jezelf te praten?
“Ja, voor mij is er geen leven zonder interviews. (lacht) Mensen onderschatten vooral de druk van altijd maar zichtbaar zijn. Het zal me deugd doen om een stap achteruit te zetten. Na dit interview trek ik me even terug uit de ratrace. Ik wil mijn momenten wat meer zelf kunnen kiezen.”
Na de verkiezingen verdween u al eens een hele zomer van de radar.
“Ik was kapot na die campagne. Wij hadden de grootste ambities, het kleinste budget en we waren op de gevestigde orde gebotst. Zelfs de chemiesector waarschuwde in een persconferentie voor het ‘grote groene gevaar’. Dat was heel pittig, ik moest daarvan bekomen. Er was binnen de partij ook discussie over mijn rol in de campagne. Ik koos ervoor om te zwijgen en niet te protesteren. Misschien had ik me beter wat verdedigd, maar ik had het even gehad.”
Intern klonk het dat u meer een oppositieleider bent dan een bestuurder.
“Daar word ik dus boos van. Dat was gewoon mijn job! Ik ben gevráágd om dat te doen. In Mechelen ben ik al jaren één van de drijven de krachten achter een brede stadspartij met liberalen en ex-christendemocraten. Ik ben méér dan een oppositie leider.”
Iedereen weet dat Groen een verdeelde partij is. Meyrem Almaci raakte na de verkiezingen maar nipt her verkozen als voorzitter. Gelooft u nog in haar?
“Ik geloof niet in kampen. Als we een grotere partij willen worden, hebben we iedereen nodig. Er zit misschien wat spanning in de partij tussen de realo’s en de fundi’s, maar eigenlijk moet elke politicus beide zijn. Wij moeten nu besturen, want de klimaatcrisis smeekt om groen beleid, maar we moeten ook beter worden op de lange termijn.”
Maar gelooft u nog dat Almaci de partij naar boven kan stuwen?
“Niemand kan dat in zijn eentje. Wij hebben onze moeilijkheden gehad, maar ik heb veel respect voor haar werkkracht en talent. Ze heeft veel tegenwind gekregen, en toch blijft ze pal overeind staan.”
Maar onder haar lijkt het leeg te lopen. U trekt naar Nederland, Wouter Van Besien en Freya Piryns werden buiten gewerkt, het nieuwe parlementslid Staf Pelckmans was het na anderhalf jaar al beu, en de jonge lijsttrekker Jessika Soors verliet het parlement om woordvoerder te worden van staatssecretaris Sarah Schlitz. Is dat niet zorgwekkend?
“Elk verhaal is anders. Sommigen, zoals Jessika, maakten zelf de keuze, bij anderen werd de keuze voor hen gemaakt. Ik vind het erg jammer dat Fréke (Freya Piryns, red.) geen belangrijke rol meer speelt bij ons. Zij kon moeilijke dingen simpel uit leggen, beter dan ik. Maar het is niet makkelijk om een partij te leiden en al die ambitieuze talenten op elkaar af te stemmen.”
De regering-De Croo lijkt vooralsnog weinig meer dan een verstandshuwelijk.
“Voor mij is Vivaldi het beste dat de ideeënmarkt te bieden heeft: het sociale van de socialisten, het ondernemerschap van de liberalen, onze bezorgdheid voor de planeet en de christendemocratische methode van overleg. Hopelijk wordt dit crisiskabinet straks ook een echte hervormingsregering. Deze crisis vraagt om radicaliteit en nieuwe ideeën. Er zijn voldoende lessen die we niet zullen vergeten.”
Zoals?
“Hoe bepalend pech en toeval zijn. Het is niet altijd ‘eigen schuld, dikke bult’: de horeca en evenementen sector hebben deze crisis niet aan zichzelf te danken, en de vele technisch werklozen dus ook niet. Niemand is selfmade, iedereen heeft geluk nodig en kan pech hebben. Dan past een helpende hand en geen beschuldigende vinger. Die les is cruciaal voor de toe komst van onze verzorgingsstaat.”
Dit heet ‘de groenste regering ooit’ te zijn. Waar zit de grote trendbreuk?
“Allez! De verdubbeling van het ouderschapsverlof, de investeringen in het spoor, de doelstelling om de CO2-uitstoot met minstens 55 procent te verlagen tegen 2030, het groene relanceakkoord... De lijst is lang.”
De groenen krijgen toch voortdurend het deksel op de neus? De koolstoftaks: afgevoerd. Bedrijfswagens elektrisch maken: in 2026. Rekeningrijden: onhaalbaar. De Brusselse stadstol: geschrapt op bevel van Paul Magnette.
“In élk land is het beleid te traag voor de klimaatwetenschap. Maar dankzij deze brede coalitie konden we in onze Green Deal wel een huwelijk sluiten tussen ecologie en economie. Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, een christendemocrate, zegt: ‘Wat goed is voor het klimaat, is goed voor de bedrijven.’ Voor de klimaatstrijd hebben we Ursula én Anuna nodig.”
Intussen snakt de bevolking naar vliegreizen en totale vrijheid. Mensen hebben geen zin in een pakket nieuwe maatregelen en taksen voor het klimaat.
“Dat is zeer begrijpelijk. Als groenen mogen we daar vooral niet op neerkijken. Als mensen straks eens naar de Costa Brava willen, dan is dat hun gegund. En dat hoeft niet per se met de trein.”
Mensen zijn ook nog razend over het debacle rond de zonnepanelen. Een lezer schreef ons: ‘Dit is de laatste keer dat ik me door onze regering heb laten overhalen om iets voor het klimaat te doen: je wordt er toch maar voor gestraft.’
(knikt) “Eén van mijn favoriete boeken is Een beter milieu begint niet bij jezelf van Jaap Tielbeke. Klimaatbeleid is een zaak van politieke keuzes. De overheid moet betrouwbaar zijn, en dat was hier helaas niet het geval.”
“Maar onderschat de kracht van de concrete ecologie niet: het groen om de hoek, de doorbraak van de elektrische fiets, de bezorgdheid om de luchtkwaliteit en de droogte. Onze partij moet deels weer aan knopen bij de eerste generatie milieuthema’s: groen maakt gezond en gelukkig. Daar hebben we destijds prima mee gescoord.”
“Ik maak ook graag reclame voor een minder bekend boek van Rutger Bregman: Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers. Ik lees dat om de zes maanden om voldoende links te blijven.”
Is dat dan zo moeilijk voor u?
(lacht) “Terechte vraag! U en ik zijn bevoorrecht: wij hoeven ons geen zorgen te maken over het einde van de maand, en dat comfort zwakt linksigheid soms af. Progressieven vragen vaak: hoeveel geld uit de pot zullen we herverdelen? Bregman zegt dat je in een vroeger stadium al een vraag moet stellen: welke rijkdom is verdiend? Zijn conclusie is dat veel rijkdom en armoede onverdiend zijn. Miljoenen mensen werken keihard en worden daar nauwelijks voor beloond. En als er dan hulpbehoevenden uit Syrië aankloppen, worden die mensen ongemakkelijk, omdat ze vrezen dat ze nog minder zullen krijgen. Dé grote opdracht voor progressieven is om de link te herstellen tussen inspanning en beloning.”
Bregmans oplossing is hogere belastingen op rijkdom. Maar uw liberale regeringspartners vreten nog liever hun Armani-jasjes op.
(knikt) “Terwijl meritocratie een zeer liberale gedachte is. Ons belastingsysteem moet dringend meer respect hebben voor de arbeid van al die hardwerkende Vlamingen en minder voor kapitaal dat kapitaal creëert. Eerlijke fiscaliteit wordt een heel groot vraagstuk voor deze regering.”
PREMIER KOMPANY
In uw boek F*ck de zijlijn schreef u dat u ooit nog ondernemer wilt worden. Waarin?
“In de evenementensector. Als lid van de leerlingenraad organiseerde ik al het schoolfestival. Later liep die hobby uit de hand: ik werd feestenvoorzitter in Mechelen en organisator van Maanrock. Dat werk maakt van mij een gelukkig mens.”
U hebt bewondering voor de carrière van Patrick Janssens, die naast ondernemer en politicus ook bestuurder was bij Racing Genk. Uw favoriete club Anderlecht kan wel wat hulp gebruiken.
“Hm, de onzekerheid in de politiek is groot, maar in het bestuur bij Anderlecht lijkt het nog erger. (lacht) Toch zie ik het goed komen met Kompany. Hij is de premier van zijn generatie, de man die België deed geloven dat we grote tornooien kunnen winnen. Je kunt niet anders dan respect voor hem hebben, zelfs al ben je een Club Brugge-supporter.”
Ook uw andere club, Barcelona, zit in zwaar weer: het voetbal lijkt nergens naar en ze zijn bijna failliet door het astronomische loon van Messi.
“Ik was heel enthousiast over de aanstelling van Ronald Koeman. Mijn eerste herinnering aan Barcelona was zijn streep in de Champions League-finale tegen Sampdoria. Ik heb die videocassette helemaal kapotgespeeld en ook lang een shirtje van hem gehad. Maar het draait inderdaad niet super. Wesley Sonck zei in Extra Time dat Messi moet blijven. Door zijn extreme loon vind ik dat niet evident, maar als hij vertrekt, komen er magere jaren aan. Ik ben vervangbaar als fractievoorzitter, maar Barcelona zonder Messi: da’s wat anders.” (lacht)
Gek genoeg speelt Barça soms bevrijd zonder Messi. Dan gaat niet alle aandacht naar één speler. Is dat herkenbaar voor de groenen?
“Ik heb mijn deel gedaan, hè! (lacht) Die vergelijking is wel interessant. Barcelona moest al lang bezig zijn met de periode ná Messi. Je kunt zo snel en diep vallen, zowel in het voetbal als in de politiek. Kijk naar mij: twee jaar geleden was ik zogezegd kandidaat-premier, een maand later kon ik plots niets meer omdat ik een halve minuut had getwijfeld bij Ivan De Vadder. Die volatiliteit is een beetje belachelijk, maar je moet erop voorbereid zijn.”