Een tandem Vlaams Belang-N-VA in 2024?

In Vlaanderen ontstaat een tandem tussen Vlaams Belang en N-VA. Deze tweekoppige leeuw kan het pad effenen voor een  rechts machtsblok in 2024.
In Vlaanderen heerst vandaag een reële kans dat een radicaal rechtse partij mee aan de macht komt. Die mogelijkheid is sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog nooit zo acuut geweest. Ze is veel groter dan op de eerste Zwarte Zondag van 24 november 1991.
De gangmakers voor een regeringsdeelname van het Vlaams Belang zijn zowel globaal als lokaal. Net als in de rest van de wereld, ligt ook in Vlaanderen de legitimiteit van het huidige economische en politieke systeem aan diggelen. Ook hier slaagt extreemrechts erin om zich te enten op die onvrede, geruggensteund door buitenlandse extreemrechtse netwerken. En net zoals in andere Europese landen verrechtsen onze establishmentpartijen. In Vlaanderen ontstond zelfs een tandem tussen Vlaams Belang en N-VA. Dit zou wel eens het pad kunnen effenen voor een rechts machtsblok in 2024.
Tijdens de eerste groeiperiode van het Vlaams Blok – we schrijven 1991 – stond die partij alleen. Twee jaar eerder had de Volksunie het cordon sanitaire ondertekend. De reactie van Hugo Schiltz op de avond van 24 november 1991 liet weinig aan de verbeelding over: 'Ik herleef terug de jaren van mijn kind zijn, met Degrelle en Rex'. Besturen met de grootste partij van Vlaanderen, de CVP van aftredend premier Martens, was al helemaal uitgesloten. Het verschil met 26 mei 2019 is groot. 'Samen een meerderheid' [met Vlaams Belang], horen we van Theo Francken in Jambers in de Politiek als de uitslagen in zijn kanton binnenlopen. Op de verkiezingsavond zelf nog laat Bart De Wever weten dat hij het cordon nooit onderschreven heeft en er geen fan van is. Bij zijn toespraak noemt hij Vlaams Belang geen 'extreemrechtse' maar een 'rechtse' partij. Daarmee zet hij meteen de normalisering nog hoger op de agenda. Hij schakelde het Vlaams Belang meteen in voor de communautaire recuperatie van de verkiezingsuitslag. En vooral, meteen werd de deur opengezet voor onderhandelingen die maandenlang zouden duren. Het zijn symptomen niet enkel van de tactische handigheid van Bart De Wever, maar ook van de ideologische toenadering tussen N-VA en Vlaams Belang.

NORMALISERING RECHTS GEDACHTEGOED

Vlaams Belang blijft de belangrijkste motor voor de verrechtsing en het doorsijpelen van de nieuw-rechtse ideologie in de samenleving. De ultrarechtse tendensen verdiepen zich, ook al schermt de partij ze af voor het grote publiek door een beter gecodeerde taal en het inzetten op symboliek. De bokshandschoenen zijn misschien wel verdwenen, de Vlaamse strijdvlaggen zijn alomtegenwoordig en worden – zoals op Pukkelpop – zeer assertief verdeeld. Vooral bij de jongerenbeweging van de partij komt af en toe een verheerlijking van vormen van geweld bovendrijven. Op organisatorisch vlak haalt de partij, naast haar traditionele militie Voorpost, nadrukkelijk de banden aan met Alt-Right-groepen zoals Schild & Vrienden. Maar het is vooral in het discours van haar mandatarissen dat de fata morgana van het 'salonfähige Vlaams Belang' geregeld opgeheven wordt. Eén voorbeeld is dat van de uitlatingen van Sam Van Rooy in de Antwerpse gemeenteraad tegen 'Marokkanen'. Een tweede is de nieuwjaarsreceptie van Vlaams Belang Antwerpen waarop Filip Dewinter meende – in een video die hij zelf (!) tweette – dat 'vreemdelingen' recht hadden op terugkeer, en voor de rest recht op niets.
N-VA is, als establishmentpartij, op haar beurt een belangrijke motor geworden voor legitimering en normalisering van het radicaal-rechtse gedachtegoed. Siegfried Bracke, die als Kamervoorzitter een belangrijke rol opnam in het bestuur van de partij, was vanaf 2000 als journalist al een drijvende kracht in de normalisering van het Vlaams Belang. Op ideologisch vlak relativeert N-VA racisme al langer. Toch is vooral de recente evolutie van de manier waarop ze over Vlaams Belang spreekt opmerkelijk. In september 2018 dacht Bart De Wever er nog niet aan om met Vlaams Belang te besturen. In september 2019 luidt het officiële N-VA partijstandpunt dat men wel wil, maar (voorlopig) niet kan. De Wever sprak ooit van een 'Chinese muur' tussen zijn partij en Vlaams Belang, maar in werkelijkheid gaat het eerder, zoals Bart Eeckhout terecht in De Morgen schreef, 'om een wand met beweeglijke panelen die steeds verder terugwijken'. Veel van wat het Vlaams Blok in de jaren 1990 zei, is mainstream geworden. N-VA noemt de eisen van Vlaams Belang niet langer antidemocratisch of onwenselijk, maar stelt nu dat ze niet meteen haalbaar zijn.
Toen Tom Van Grieken in 2014 voorzitter van Vlaams Belang werd, had hij één missie: het cordon sanitaire opblazen. In amper zes jaar tijd is hij daarin geslaagd. De resultaten liegen er niet om. Hoewel ze nog altijd weigeren om met Vlaams Belang samen te werken, helpen CD&V en Open VLD om de eerste punten van het 70-puntenplan door te voeren in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord. Via N-VA sijpelt het radicaal-rechtse discours door naar alle traditionele partijen, hoewel dit zich bij elke partij op een andere manier manifesteert.

NAAR EEN COALITIE IN 2024?

In Vlaanderen tekent zich duidelijk een scenario af waarbij een "rascistische" partij aan de macht kan komen en zelfs de regering kan leiden. N-VA en Vlaams Belang sturen openlijk aan op een coalitie in 2024, met het uitroepen van de onafhankelijkheid van Vlaanderen als doel. Invloedrijke personen in de Vlaamse Beweging steunen deze formule. Minister-president, Jan Jambon, gaf aan dat zijn partij perfect bereid was om onderhandelingen op te starten met Vlaams Belang. Tom Van Grieken heeft op zijn beurt een duidelijke 'missie 2024' naar voor geschoven: in 2024 samen met N-VA 50% halen in Vlaanderen, met Vlaams Belang als grootste partij.
Het is zonneklaar dat de Vlaamse onafhankelijkheid alvast voor N-VA het einddoel is. Bart De Wever herhaalt steevast dat het zijn persoonlijke historische opdracht is. Jan Jambon zei aan de UGent-studenten tijdens het openingscollege politicologie dat het doel onafhankelijkheid blijft, met confederalisme als 'tussenstap'. Daarvoor wil de partij vijf jaar lang de publieke opinie 'masseren', omdat nog geen 20% van de bevolking het idee van onafhankelijkheid steunt. Maar de doctrine van Bart De Wever – ofwel door rechts bestuur PS vragende partij maken voor communautaire toegevingen, ofwel zelf incontournable zijn als N-VA – lijkt vroegtijdig gefaald. De dalende populariteit van de partij en de frustraties die ze ervaren bij het besturen, zullen de partijleiding er steeds meer van overtuigen dat ze alle middelen moeten inzetten om hun einddoel op korte termijn te bereiken. N-VA ontkracht met klem elke parallel die getrokken wordt met het begin van de ondergang van de Volksunie. Het is echter duidelijk dat de eerste verkiezingsnederlaag niet zonder moeite zijn verteerd. Er wordt een onenigheid duidelijk tussen twee politieke lijnen: één die de huidige focus op de communautaire breuklijn en de liberale recepten wil aanhouden, en één die wil opschuiven richting Vlaams Belang met een anti-migratiebreuklijn en meer populistische recepten. Het is maar de vraag hoe N-VA en Bart De Wever zelf een nieuwe nederlaag zullen verteren, zeker indien men niet langer de grootste partij van Vlaanderen vormt. 2024 kan zich voor hen aftekenen als een horizon van 'do or die'.
Het gezamenlijk objectief om in 2024 via een coalitie tussen N-VA en Vlaams Belang een beslissende stap richting onafhankelijkheid te zetten, drijft de extreemrechtse krachten binnen N-VA tot een steeds openlijkere vrijage met Vlaams Belang. Het wordt almaar moeilijker om de grens te ontwaren tussen het openlijk "racisme" van Vlaams Belang en het zogenaamd inclusief nationalisme van N-VA. De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en de Conventie van Genève liggen onder vuur, ook bij N-VA. Men voert politieke strijd rond identiteit en cultuur, wat zich onder andere vertaalt in de roep naar een Vlaamse canon. De rechterlijke macht wordt ondermijnd, de parlementen beschimpt en enkel de uitvoerende macht wordt als enige legitieme autoriteit naar voor geschoven. De kleinerende houding die minister-president Jan Jambon tijdens de Vlaamse regeringsverklaring aannam tegenover het parlement, was absoluut niet accidenteel. Ook de autoritaire trekken zetten zich verder: de vakbonden worden aangevallen, het middenveld afgebroken en er komt hardere repressie tegen protesten.
Het grootste verschil tussen N-VA en Vlaams Belang ligt in de mogelijkheden die ze openlaten voor wie tot 'de natie' kan behoren. N-VA noemt zichzelf 'civiele nationalisten', die toelaten dat mensen van over de hele wereld deel kunnen uitmaken van de gemeenschap, zolang ze zich volledig assimileren met de identiteit van het 'oorspronkelijke volk'. Vlaams Belang laat die mogelijkheid niet toe: voor hen bepalen achtergrond en ras de cultuur, wat niet te omzeilen valt.
Ook Vlaams Belang wil tegen 2024 het land splitsen. Daar stopt het voor die partij echter niet. Terwijl N-VA Vlaams Belang ziet als een mogelijke partner voor de splitsing van België, ziet Vlaams Belang de partij van De Wever als breekijzer voor een verdere verrechtsing en de weg naar de macht. Het is daarbij niet uitgesloten dat Vlaams Belang de grootste partij wordt, zoals peilingen op 13 september 2019 en 13 december 2019 al aangaven. Historisch zijn er tal van voorbeelden van hoe snel "rascistische" partijen de macht monopoliseren eens ze die in handen hebben. 
Opvallend bij dit alles is dat ook het Vlaamse patronaat steeds minder graten ziet in een samenwerking met Vlaams Belang. Een deel van het patronaat heeft natuurlijk al langer banden met de partij. Personen als Bruno Valkeniers en Freddy Van Gaever waren zelf afkomstig uit dat milieu. Al zeer vroeg waren er duidelijke banden met de Marnixring en het Vlaams Handelsverbond, de voorloper van Voka. Dat had ook duidelijk zijn weerslag in het economisch programma van Vlaams Belang, dat lang zeer duidelijk neoliberaal was, en in de zeer doorgedreven anti-syndicale houding van de partij. Nieuw is dat de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka sinds kort actief oproept om Vlaams Belang mee te betrekken. 'Voka beoordeelt elke regering op het regeerakkoord en of dat goed is voor bedrijven, de samenleving en Vlaanderen, én het is niet aan een werkgeversorganisatie om zich uit te spreken over een coalitie; wie het regeerakkoord maakt is een politieke beslissing. […] Eerst en vooral moet er worden gepraat met Vlaams Belang'. Voka hoopt dat Vlaamse onafhankelijkheid een rechtser beleid zal toelaten. Trends-redacteur Alain Mouton merkte al op dat een rechts besparingsbeleid veel gemakkelijker door te voeren is bij gesplitste bevoegdheden.