Conner Rousseau geeft de sp.a een nieuw gezicht, maar de grootste veranderingen gebeuren intern. Terwijl tot voor kort elke provincie haar eigen verkiezingsposter ontwierp, neemt hij nu zelf de regie in handen. ‘De inhoud is het laatste waar ik me zorgen over maak.’
Een professioneel opgenomen video met een camera, autocue en belichting in een strak wit kader. Zijn digitale 1 meiboodschap maakt duidelijk: Conner Rousseau wil de sp.a de toekomst insturen. Qua vorm, qua aanpak, qua structuur. De jonge voorzitter (27) geeft zichzelf twee jaar om de sp.a te verbouwen tot een moderne progressieve beweging. Alleen dan kan er in 2024 weer gescoord worden.
De les die Rousseau trok uit de verkiezingen vorig jaar was dubbel. Ondanks de slechte resultaten zat de sp.a inhoudelijk op het juiste spoor. Postelectoraal onderzoek leert dat kiezers de socialistische standpunten over pensioenen en welzijn wel kunnen smaken.
Op dat vlak wil Rousseau geen koerswijziging. “Het laatste waar ik me zorgen over maak is de inhoud”, zegt hij zelf. Het sociaal-economische programma blijft de partij dragen. De boodschap moet wel helderder gebracht worden. Daarom blijft hij hameren op kernbegrippen als ‘solidariteit’ en ‘sociale zekerheid’. Het zijn dieprode thema’s waar de traditionele achterban zich mee kan identificeren. Door ze op een moderne manier te brengen, hoopt hij ook nieuwe mensen aan te spreken. Zo bracht hij met de ‘New Social Deal’ die hij op 1 mei presenteerde onder een hippe noemer een klassiek rood verhaal van sterke overheid en aandacht voor de zwakkeren.
Het grote probleem: de partij is compleet vermolmd en spreekt nauwelijks nog aan. Het merk is uitgewoond, de interne organisatie is niet meer van deze tijd. Sinds hij begin december aan het hoofd van de sp.a kwam, heeft Rousseau het gaspedaal ingedrukt om de partij helemaal om te gooien. Ondanks zijn drukke agenda, door de coronacrisis en voordien de moeilijke regeringsvorming, tekent zijn belangrijkste werk zich misschien wel achter de schermen af.
GEZOCHT: PENSIOENEXPERT
“We moeten van de partij een oorlogsmachine maken die weer verkiezingen kan winnen”, verwoordt Rousseau het. De tegenvallende kiesresultaten dwongen de partij tot harde keuzes. Een lagere partijfinanciering betekent dat elke uitgegeven euro moet renderen.
Toch koos Rousseau ervoor om extra te investeren in de studiedienst. Van tien medewerkers groeide het team aan tot achttien mensen. Het achterliggende idee: de boodschap zit goed, maar die moet wel de nodige diepgang krijgen. De extra mankracht is geen overbodige luxe. Tot voor kort was er op de studiedienst bijvoorbeeld niemand die zich voltijds bezighield met armoedebestrijding of pensioenen, nochtans twee thema’s die tot de corebusiness van de sp.a behoren.
Ook op het vlak van (digitale) communicatie steekt Rousseau een paar tandjes bij. Het driekoppige team sociale media is uitgebreid tot bijna tien medewerkers. Daar staat de partij voor een inhaalrace. Rousseau profileert zich graag als socialemediamaster, maar zijn partij miste de trein grandioos. Pas een jaar voor de verkiezingen begon de sp.a met een echte strategie voor nieuwe media.
Er werd intern met personeel geschoven, maar er waren ook harde besparingen. De grootste bezuiniging zit in de afschaffing van de provinciale secretariaten. Niet minder dan een revolutie want die lokale machtsbastions, met eigen mensen en middelen, bleven koppig de eigen koers uitzetten. Om een idee te geven: afgelopen campagne voerde de sp.a in vier van de vijf provincies met een ander type affiche campagne. Enkel West- en Oost-Vlaanderen kozen voor de nationale lay-out met rode en paarse tinten. De andere secretariaten zetten hun eigen vormgevers aan het werk. Vlaams-Brabant eindigde met affiches in rood en wit, Limburg in rood en zwart en in Antwerpen kleurden ze helemaal rood.
Die structuren waren niet enkel geldverslindend, ze maakten een eenduidige communicatie onmogelijk. “Iedereen vertelde iets anders op het terrein”, zegt partijdirecteur Gorik Van Holen. “Als de partijleiding bij wijze van spreken wilde inzetten op pensioenen, begonnen de secretariaten liever over koopkracht of iets anders. Gewoon om tegendraads te doen.”
Rousseau stuurt voortaan de communicatie strak aan vanuit Brussel. Welke thema’s schuiven we naar voren en hoe zetten we die in de markt? Van de afdeling in Westrozebeke tot de 1 meispeech van Rousseau: er moet weer één lijn in zitten. Via ‘afdelingscoaches’, die op aangeven van de nationale partijleiding de lokale werking aansturen, wil Rousseau de voeling met het terrein behouden en versterken.
Intern lijkt de voorzitter de neuzen in dezelfde richting te hebben. Hij hanteert de wortel en de stok. Bij aanvang van de legislatuur heeft hij de vele nieuwkomers binnen de partijrangen samengenomen voor een uitgebreid gesprek. Daarin is afgesproken dat ze rekening zullen houden met elkaars gevoeligheden en elkaar geen vliegen zullen afvangen in de media. De laatste jaren, onder voorzitters Bruno Tobback en John Crombez, was dit regelmatig een probleem. Tegelijk heeft hij al een aantal keren partijgenoten op hun nummer gezet. Naar eigen zeggen bijzonder cassant, en met succes.
De kritische geluiden, die er intern wel degelijk zijn, smoort Rousseau in de kiem. Bij elke hervorming gaat hij vooraf uitgebreid de dialoog aan en zegt hij waar het op staat. “Conner heeft ook het voordeel dat onze partij niet vol ministers en oud-ministers loopt die nog hun zegje willen doen”, zegt Melissa Depraetere, een van de jonge parlementsleden die mee het gezicht van de vernieuwing moet vormen. Het is een uitgelezen moment om de vernieuwing zonder al te veel weerstand door te duwen.
VERHUIS NAAR DE PS
Het hele proces moet bekroond worden met een nieuw partijhoofdkwartier. “Tegen het einde van dit jaar moeten we erin zitten”, zegt Rousseau. De sp.a huist momenteel boven de grauwe Agoragalerij aan de Brusselse Grasmarkt, in kantoren met nauwelijks lichtinval. “In de plaats moet een eigentijds bureau komen, met plaats voor een sportruimte en een chillruimte voor het welzijn van de collega’s”, zegt Rousseau. “Helemaal in de stijl van een start-up, want we zijn ook iets nieuws aan het opbouwen.”
De deal is nog niet volledig rond, maar de kans is groot dat de sp.a naar de hoofdzetel van de PS verhuist aan de Keizerslaan en daar twee verdiepingen inpalmt en ombouwt. De verhuis komt er vooral om financiële redenen, eerder dan om ideologische redenen, voegt de voorzitter snel toe.
Het valt op: Rousseau is eerder terughoudend over de banden met de Franstalige zusterpartij. Nochtans zijn die uitstekend. “We werken goed samen”, zegt PS-collega Paul Magnette. “Beter dan enkele jaren geleden, al was mijn verstandhouding met Crombez ook goed. Inhoudelijk zitten we weer dichter bij elkaar.”
Sinds de verkiezingen hebben Magnette en Rousseau elkaar beloofd om eensgezind de belangen van de socialistische familie te verdedigen in de regeringsvorming. Dat is niet altijd gelukt, vooral omdat Magnette zich regelmatig eigenzinnig en onvoorspelbaar gedraagt. In maart, bij de vorming van Wilmès II, werd Magnette door Rousseau op de finale vergadering uitgescholden omdat hij uiteindelijk niet met de N-VA in zee wilde. Rousseau voelde zich gepakt door Magnette omdat hij hiervan niet op de hoogte was gebracht.
Ondanks die knetterende ruzie blijven Rousseau en Magnette als een tandem opereren. Op je vrienden kun je soms eens heel kwaad zijn, maar het blijven je vrienden. Achter de schermen werd de samenwerking snel hervat. Inti Ghysels, directeur van de sp.a-studiedienst, kan het uitstekend vinden met zijn PS-collega Thomas Dermine. Hij leverde eind maart al input voor het grote relanceplan van de PS voor het postcoronatijdperk. Ook in de Kamer blijven de fractieleiders overleggen. Zowat elk wetsvoorstel wordt aan de zusterpartij voorgelegd.
Aan de top is het weer koek en ei. “Het ligt achter ons”, zegt Magnette nu. Deze week nog zaten hij en Rousseau samen om de opstart van een eventuele regeringsvorming voor te bereiden. “Het is uitgesloten dat we in een regering stappen zonder de sp.a”, zegt Magnette. “En wij zonder de PS”, bevestigt Rousseau.
Het grote voordeel van Rousseau is dat hij door de dominante positie van de PS haast zeker is van regeringsdeelname. De socialisten gaan ervan uit dat ze samen met de liberalen de as vormen van een komende regering. Die moet niet noodzakelijk aangevuld worden met de groenen, wat Rousseau betreft. Hij houdt bewust afstand.
Eerst moet de sp.a er zelf bovenop zijn, voor er kan nagedacht worden over een progressieve frontvorming. Hierin spelen een aantal zaken mee. Wie een scherp profiel wil, moet rood niet mengen met andere kleuren, vindt hij. Tegelijk ligt de mislukking van het Antwerpse kartel ‘Samen’ begin 2018 nog in het geheugen. De socialisten zijn niet vergeten hoe snel ze door de groenen werden gedumpt toen sp.a’er Tom Meeuws verdacht werd van financieel geknoei – onterecht bleek later.
Bovendien stoort Rousseau zich volgens verschillende bronnen aan de hooghartige en pedante houding van de groenen. Vorige legislatuur werden wetsvoorstellen vaak aan Groen voorgelegd, maar er kwam zelden reactie. Meer nog, het gebeurde meer dan eens dat een groen parlementslid even nadien in de krant stond met een resolutie die de sp.a had uitgedacht, zo gaat de anekdote binnen de partij.
Tussen Rousseau en Groen-voorzitter Meyrem Almaci lijkt er geen klik. Toen Rousseau eind maart, na de mislukte onderhandelingen over een noodregering, hard uithaalde naar collega’s die “binnenskamers neen zeggen en voor de camera ja” doelde Rousseau op Almaci. Tijdens de finale onderhandelingsnacht weigerde zij om een nieuwe federale regering met de N-VA erin te steunen.
NIEUWE NAAM
De partijvernieuwing is nog niet afgerond. De laatste pijler is de verbreding van de partij. De banden met het middenveld worden aangehaald, te beginnen met de bevriende organisaties zoals de socialistische mutualiteit en de vakbond. Maar ook niet-leden wil hij betrekken. Rousseau plande een reeks debatavonden en evenementen om hen meer te betrekken, maar door de coronacrisis staat dit deel van de operatie even on hold.
Rousseau is vastbesloten om door te duwen. “Hij beloofde een elektroshock te geven aan de sp.a en dat heeft hij meteen waargemaakt”, zegt Kamerlid Joris Vandenbroucke. Een tijd lang speelde de voorzitter zelfs met het idee om de naam ‘sp.a’ overboord te gooien. Rousseau is er nog niet helemaal uit. “Het is nooit een doel op zich geweest. Maar het kan wel de kers op de taart zijn van een vernieuwingsproces.” Een nieuwe naam moet meer dynamiek uitstralen en afrekenen met de oude vormen en gedachten. Anderzijds: schrik je dan niet helemaal je traditionele achterban af? De operatie achter de schermen is voor sommigen mogelijk al ingrijpend genoeg. Rousseau: “Misschien is mijn gezicht al voldoende als nieuw uithangbord?”
Bron: https://www.demorgen.be/nieuws/operatie-sos-zo-verbouwt-conner-rousseau-de-sp.a (enkel voor abonnees)