Laat je niet voor de gek houden, waarschuwt oud-milieuactivist Paul Kingsnorth: we zijn allemaal medeplichtig aan de ineenstorting van de aarde. ‘We moeten af van het idee dat er mensen zijn die het antwoord weten op onze problemen.’
14 tot 18 minuten leestijd
Tien jaar geleden leek zijn gelijk onomstotelijk bewezen. De wereldeconomie was in een kredietcrisis gestort en dankzij Al Gore’s klimaatfilm was de wereld wakker geschud voor een andere, naderende crisis. In Kopenhagen sloten wereldleiders een historisch klimaatakkoord.
Paul Kingsnorth had kunnen concluderen dat de groene boodschap die hij al zijn hele volwassen leven verkondigde eindelijk was doorgedrongen tot het hoogste politieke niveau. Jarenlang voerde hij campagnes voor milieugroepen, stond hij aan het roer van de redactie van The Ecologist, destijds hét vlaggenschip van de milieubeweging, en zijn stem reikte tot op de televisie en in de grote internationale kranten. Maar in 2009 trok Kingsnorth een heel andere conclusie: de puinhoop in de wereld was te groot geworden.
Met een mengeling van frustratie en woede werkte hij aan een manifest getiteld Onbeschaving. De crisis was niet louter economisch, ecologisch of politiek, stelde hij. Het probleem is dat we elkaar de verkeerde verhalen vertellen. Want we zitten midden in een totale ineenstorting: de eerste scheuren zijn zichtbaar en de aarde is niet meer te repareren. Het manifest was een oproep aan schrijvers en kunstenaars om hier eerlijk over te zijn. Met zijn jonge gezin verhuisde hij naar een afgelegen dorpje aan de Ierse kust, waar ze hun eigen voedsel verbouwen.
Tien jaar na het manifest ligt er een boek, Bekentenissen van een afvallige milieuactivist. In deze verzameling essays, uitgegeven door Atlas Contact, bepleit Kingsnorth een ‘planetair rouwproces’, zodat we ons verdriet om de ondergang van de aarde kunnen omzetten in een gezonde, persoonlijke relatie tot de natuur.
‘Als je luistert naar Greta of andere klimaatactivisten hoor je vaak een heel simpel idee dat een paar slechte mannen op machtige posities de boel verzieken voor de rest van ons. Zo simpel is het niet.’
Als we elkaar spreken via Skype figureert Greta Thunberg prominent in de media dankzij haar vurige pleidooi bij een klimaattop en haar kansrijke nominatie voor de Nobelprijs voor de Vrede (die aan haar voorbij zal gaan).
Inspirerend, het werk van Greta Thunberg?
‘Ja, ach, ik weet het niet zo. Op zichzelf vind ik haar geweldig. De acties van de klimaatstakers en ook van Extinction Rebellion: prima. Niet dat ze antwoorden hebben, maar ze stellen de juiste vragen. Zo bezien, denk ik, is het best wel inspirerend wat Greta doet, ja…’
U klinkt alsof er een ‘maar’ komt.
‘Klopt, ik zit in een tweestrijd over haar. Als je luistert naar Greta of andere klimaatactivisten hoor je vaak een heel simpel idee dat een paar slechte mannen op machtige posities de boel verzieken voor de rest van ons. Zo simpel is het niet. Wij zijn allemaal, ook u en ik, medeplichtig aan de klimaatverandering; iedereen maakt nu eenmaal gebruik van de technologieën die het klimaat veranderen.’
Vindt u hun boodschap dan schijnheilig?
‘Nou, het is vooral een vleiende gedachte dat jij de held bent die een foute president of rijke oliemagnaat terechtwijst. In werkelijkheid willen mensen wel dat de klimaatverandering stopt, maar niet dat hun leven minder comfortabel wordt. Ze zijn niet bereid de vruchten van de vooruitgang op te geven en kunnen nauwelijks ontsnappen aan het systeem waarin we leven.’
Daarom roepen klimaatactivisten toch op om dat systeem te veranderen?
‘Dat is niet wat ik hoor. Kennelijk vinden we het nog steeds nuttig om bij bijeenkomsten van de Verenigde Naties of in Davos wereldleiders de les te lezen. We hebben tientallen jaren gehad van zulke bijeenkomsten, waar mensen toespraken hielden zoals Greta Thunberg deed, en waar ze documenten ondertekenden met beloften om het anders te doen. Er kwam niets van terecht. Kijk, als bijna iedere politieke leider en iedere topman van elke multinational in de hele wereld praat over het belang van duurzaamheid, dan weet je dat duurzaamheid niet langer een bedreiging is voor hen. Dat blijkt uit de woorden van klimaatactivisten. Feitelijk stellen zij dat we het groeimodel heus kunnen volhouden zolang we maar de juiste technologieën gebruiken die géén CO2 uitstoten. Daarom ijveren ze voor een Green New Deal en voor al die windparken. Dat is trouwens ook zoiets, windparken…’
Industriële windenergiecentrales.
Oeps, dat is ook zo. Windparken: alleen het woord al bezorgt Kingsnorth de kriebels. In een aflevering van Tegenlicht, uitgezonden in december 2018, zagen we Kingsnorth op de ruige kust van Galway in Ierland, vlakbij waar hij woont. Twee jaar geleden zijn daar 58 windmolens neergezet, met rotorbladen van wel honderd meter lang. Hij liep er wat verdwaasd rond, zich afvragend wat er is geworden van de milieubeweging als die het wel prima vindt om ze hier neer te zetten, midden in de natuur.
Kingsnorth spreekt liever van ‘industriële windenergiecentrales’, want het gaat volgens hem om ‘gigantische, vernietigende machines’. Bomen moeten ervoor wijken, zegt hij, net als de vogels, vleermuizen en insecten die zich ertegen te pletter vliegen.
Wat is er mis met windenergie?
‘Op zichzelf niets, zolang je met een windmolen elektriciteit opwekt voor een sobere leefstijl. Maar vandaag zijn windmolens bedoeld om fossiele centrales op te doeken, zodat stroom kan worden geproduceerd zonder CO2-uitstoot. Maar omdat windmolens die energie niet opslaan en omdat je er absurd veel van nodig hebt, is dat niet eens wat er gebeurt. De centrales op kolen en gas worden slechts aangevuld met windmolens. Ze ondersteunen de op groei gebaseerde economie, zodat we kunnen blijven leven zoals we leven. Daar is niets duurzaams aan.
‘Je kunt heel Europa volbouwen met windmolens en dan nog zullen het er nooit genoeg zijn. We houden onszelf voor de gek.’
Sterker: om windmolens te maken, heb je heel wat grondstoffen en heel wat fossiele brandstoffen nodig; denk aan de mijnbouw van alle materialen, het staal, het aluminium, het plastic, de verf, noem maar op. Vorige week was ik in Belfast op een scheepswerf waar ze windmolens bouwen. Vroeger maakten ze hier de Titanic – u weet wel, de boot die zonk – en nu dus windmolens. Ik vond dat wel een mooie metafoor.’
Hoe bedoelt u dat precies?
‘Nou, met die windmolens denken we dat we vrolijk kunnen doorgaan met ons gemakkelijke consumentenleventje, compleet afgesneden van de natuur, alsmaar jagend op meer, meer, meer. Intussen blijven we de aarde zien als een voorraadkast die we ongestraft mogen plunderen en waarop we kunnen doen wat we willen. Je kunt heel Europa volbouwen met windmolens en dan nog zullen het er nooit genoeg zijn. We houden onszelf voor de gek.’
De milieubeweging verliest
In 1972 werd Kingsnorth geboren in Worcester, waar de beroemde saus vandaan komt. Dat jaar wordt ook gezien als het begin van de milieubeweging, dankzij de verschijning van Grenzen aan de groei, een rapport van de Club van Rome. De auteurs waarschuwden voor oprakende grondstoffen.
‘In de jaren tachtig zag de toekomst er voor de milieubeweging stralend uit. Dat is vaak zo wanneer je twintig bent.’
Er spatte, zoals dat onherroepelijk gaat in de eerste jaren, de nodige kinderlijke naïviteit van af. De denktank had het speeltje van de dag – de computer – aangewend voor een formule om te berekenen wanneer grondstoffen zouden opraken. De formule bood echter geen ruimte voor de optie dat we nieuwe voorraden zouden ontdekken en betere alternatieven zouden vinden. Het rapport raakte dan ook al snel achterhaald, maar behield zijn iconische waarde.
In de jaren tachtig brak de puberteit aan. Actiegroepen trokken er vol bravoure op uit in gevaarlijke bootjes om walvissen te redden en voerden luidkeels campagnes om het regenwoud te behouden. De jaren negentig werden serieuzer. De beweging mocht aan tafel bij de Verenigde Naties en sprak gewichtig over duurzame ontwikkeling, biodiversiteit en klimaatverandering. Er kwamen handtekeningen onder politieke verdragen met mooie beloften. Kingsnorth, in een terugblik: ‘In die tijd zag de toekomst er voor de milieubeweging stralend uit. Dat is vaak zo wanneer je twintig bent.’
Het liep anders. Terwijl Kingsnorth zich tijdens zijn studie in Oxford aansloot bij een radicale groep waarmee hij de straten opging om te protesteren en de natuur in om haar te verzorgen, zette de milieubeweging stappen in een andere richting. Ze zocht samenwerking met het bedrijfsleven, waar handige marketeers in alles wat ‘groen’ en ‘eco’ was een gouden kans zagen om spullen te verkopen. Duurzame, verantwoorde producten kwamen op de markt, auto’s gingen elektrisch rijden. Zo werd het denken over duurzaamheid ingepalmd door het kapitalisme en daarmee, feitelijk, de nek omgedraaid.
Zo is het nog altijd. Bedrijven willen winst maken, burgers willen geen offers brengen en politici krijgen toch geen steun als ze écht iets zouden willen veranderen. Dus is er maar één conclusie, vindt Kingsnorth: de milieubeweging is de strijd aan het verliezen. Hij spreekt van ‘een regelrechte midlifecrisis’. Want hoe moet de beweging nu verder?
Je kunt ook zeggen: niet eerder hebben zoveel mensen zich zoveel zorgen gemaakt om het klimaat. Dat is toch winst? Alle verandering begint toch bij bewustzijn?
‘Nee, het is juist zorgelijk dat we zoveel over het klimaat praten. Klimaatverandering is slechts één aspect van onze huidige ecologische crisis. Er is ook nog zoiets als de massale uitsterving van soorten, er is bodemerosie, de verzuring van oceanen, de vernietiging van het regenwoud, ga maar door. Als we morgen wakker zouden worden en zouden ontdekken dat het klimaat bij nader inzien tóch niet verandert, dan zouden we nog altijd al die andere problemen hebben.
We praten zoveel over klimaatverandering omdat dit het meest bedreigend is voor de menselijke soort. Maar het leven op aarde gaat niet alleen om mensen. Daarom pleitte de oorspronkelijke milieubeweging voor een “ecocentrisch” wereldbeeld, waarin de mens juist níét het centrum van alles is. Dat beeld spreekt me aan.’
om iemand naar je zou moeten luisteren.’
Zullen al die persoonlijke veranderingen enige impact hebben op het klimaat en de aarde?
‘Nee, zeker niet. We zitten in een situatie waarin we moeten accepteren dat er een radicale ineenstorting boven ons hangt. We kunnen slechts doen wat we kunnen, wat het ook is. Dat is alles.’
Bron: https://www.vn.nl/paul-kingsnorth-de-afvallige-milieuactivist/